+ uitstraling
+ ruimte
+ rijeigenschappen
+ prestaties en motorgeluid
- uitstraling
- duur
- verbuik

Als je elke dag in de file staat ken je de Volkswagen Passat zonder meer. Dé auto voor leaserijdend Nederland. Maar ken je deze ook? De CC, de coupéversie van de Passat. Nee? Als je budget het toelaat is dit misschien wel een leuke auto om vooraf aan je volgende leasedeal wat beter te bestuderen.

Laten we maar direct met het grootste minpunt van deze auto beginnen: de prijs. Vooral voor de euro’s die dit testexemplaar moet kosten kan je heel veel ander leuks kopen. De CC is er vanaf veertigduizend euro, een kleine tien mille meer dan de vanafprijs van een ‘gewone’ Passat. Pak je een vergelijkbare Passat sedan, dan is het verschil nog altijd een flinke vijfduizend euro. Ons testexemplaar vormt de top van de CC-range. Onder de kap ligt een 3.6 V6 bezinemotor die 300 pk ophoest. In combinatie met de zes versnellingen tellende DSG-versnellings, 4Motion vierwielaandrijving en een aantal voor de hand liggende opties moet deze testauto 75.390 euro in het laatje brengen. Vijf-en-zeventig-duizend euro! Een hele bak met geld voor een ‘Volkswagen’. Hij is hiermee vijfduizend euro dúúrder dan een Audi S4, en evenduur als een Audi S5! Niet de minste automobielen. Wil je meer ruimte, comfort en luxe? Wat dacht je dan van een BMW 535i of 535d, of misschien een Mercedes E350? Alledrie tevens verkrijgbaar met vierwielaandrijving. Je rijdt meer ‘primium’ én je houdt nog een paar duizentjes wisselgeld over ook. Oké, de standaarduitrusting zal bij Volkswagen wel iets beter op orde zijn en je wat exclusiever onderweg (in het geval van de CC), maar of het dat waard is...

Gatenvuller
De prijs, die vergeten we even snel. CC staat voor Coupé Comfort en de CC is de opvolger van de Passat CC. Waag het echter nu niet ‘Passat’ voor de dubbele c te plakken. Volkswagen positioneert de nieuwe CC duidelijker hoger in de markt dan zijn voorganger. De auto moet het (euro-)gat tussen de Passat en de Phaeton opvullen.

Binnenin is het één-en-al Passat wat de klok slaat, maar dit irriteert geen moment. ‘Wat een prachtig interieur’. Kwalitatieve materialen (op de meeste plekken), mooie kleurstellingen en mooie vormen. Door de diepe zit sluit het dashboard mooi om je heen. De ergonomie is top. Wat je zoekt, zit op die plek waar je het verwacht te vinden. De boordcomputer is een ander verhaal. Je kan zoveel aflezen op het schermpje tussen je tellers, dat ze een aantal zaken beter naar het navigatiescherm kunnen verplaatsen. Je kan in het menu van de boordcomputer namelijk niet alleen naar links en naar rechts bewegen, maar ook naar boven, beneden en weer submenu’s in. Je raakt al snel de weg kwijt naar die ene instelling of informatie. Heb je de auto volgehangen met opties als rijbaanassistent, dodehoekassistent en adaptieve cruise control... dan zoek je jezelf helemaal een ongeluk. Zeker aangezien er in het navigatiesysteem ook nóg een menu is met ‘car setup’. Van Volkswagen had je toch wel mogen verwachten dat ze dit alles een stuk gebruiksvriendelijker hadden ingericht.

Behalve de menu’s van de boordcomputer en het navigatiesysteem zijn er in de middenconsole gelukkig ook nog ouderwetse knoppen om mee te spelen. Twee van deze knoppen zijn erg welkom in een driehonderd pk sterke auto: de knop van het adaptieve onderstel en de knop waarmee je het ESP kan uitschakelen. Om met de eerste te beginnen. Met een druk op de onderstelknop verandert niet alleen de demping van het onderstel, maar ook de gaspedaalrespons en de stuurbekrachtiging. Wil je een ontspannen trip maken, kies dan voor comfort. De knop in ‘normal’... ja, die is wat ons betreft overbodig. Het geheel wordt net wat scherper en stugger, maar eigenlijk lever je dan zowel op het gebied van comfort als sportieviteit in. De derde instelling is ‘sport’. In het onderstel wordt de demping duidelijk stugger , de stuurbekrachtiging wordt zwaarder, het gaspedaal gevoeliger en als extraatje trekt de DSG verder door in de toeren. Hoewel de comfort- en de sportstand twee uitersten zijn, passen ze beide uitstekend bij het karakter van de CC.

Wintersportperfect
Zowel voor- als achterin hebben de inzittende niets te klagen. Hooguit schuurt de achterpassagier met zijn hoofd lichtjes tegen de hemelbekleding, maar dit moet hij of zij maar voor lief nemen. Het blijft tenslotte een coupé. De beenruimte, daar zullen zelfs de allerlangste onder ons niet over durfen te klagen. Meer ruimte heb je niet nodig. Hier pakt de CC punten ten opzichte van de concurrentie. Ventilatieroosters achterin zorgen ervoor dat er ook in het achtercompartiment voldoende frisse lucht rondgeblazen wordt. Gaan we nog een stapje verder naar achteren, dan komen we uit in de flinke kofferruimte. Net als de beenruimte achterin heb je hier niets te klagen.

Een ideale auto voor de wintersport dus. Voldoende ruimte voor passagiers en bagage, een comfortabel onderstel en in het geval van de testauto een automaat, vierwielaandrijving en een hele dikke motor. Die motor is overigens niet het meest moderne, en dus zuinige V6-blok op de markt. Het is een doorontwikkeling op het bekende VR6-blok. Een jarenoud, voor je gevoel eeuwenoud, benzineblok. Om het nog een stapje verder te brengen: in 2008 lag ditzelfde blok, in exact dezelfde configuratie, ook al in de de Passat CC. Eén voordeel heeft dit in ieder geval wel: een geweldig motor- en uitlaatgeluid! Genieten!

De drie-komma-zes- liter-vee-zes perst er bij 6600 tpm driehonderd peekaa uit. Het koppel blijft steken op 350 Nm bij 2400 tpm. Een indrukwekkend vermogen, maar qua koppel doen veel concurrenten met hun nieuwe turbomotoren het een stuk beter. Voor wat betreft de prestaties hoef je je hier niet druk om te maken. Sprinten doet deze wagen als de beste. Van nul naar honderd gaat in 5,6 seconden, de topsnelheid is elektronisch begrenst op 250 km/h. Spaarzaam met je brandstof is hij zoals je al verwachtte niet. De fabriek geeft een gemiddeld verbruik van 9,3 liter per honderd kilometer. Heb je net als in ons geval een rit naar het midden van Duistland en kan je lekker op het gas? Ga dan maar uit van het dubbele. Van Utrecht naar Hamburg en weer terug resulteerde bij ons op een gemiddeld(!) verbruik van 18,5 liter benzine elke 100 kilometer, omgerekend 1:5,4. Met deze waarde zie je de brandstofmeter bijna met je blote oog teruglopen. Op deze rit greep de elektronische snelheidsbegrenser overigens wel met de regelmaat van de klok in. Het digitale display tussen de tellers vertelde ons behalve het astronomische brandstofverbruik ook dat de auto stiekem doortrekt tot 263 km/h. Gaaf toch?

Conclusie
Echte concurrenten heeft de CC niet. Hij haalt niet het niveau van de duurdere Mercedes CLS, en een Audi A5 is een stuk minder ruim. Je moet de CC zien als een Passat met een afgetraind lichaam. De ruimte en prestaties zijn dik in orde en hij oogt chique, zeker in deze kleur. In een aantal opzichten is de CC beter dan de standaard Passat. Hij stuurt beter, veert beter, is stiller, biedt nagenoeg dezelfde ruimte en ziet er een stuk chiquer uit. Het grote nadeel? Niemand schat deze auto op waarde. Weinigen zullen je nakijken, weinigen zien dat jij zoveel geld voor deze auto hebt betaald. Als wij zoveel geld aan een auto zouden uitgeven, dan zouden we op zijn minst willen opvallen.

Foto's: R.C. Koolstra
Segment A
CarrosserieCoupé

Lengte4799 mm
Breedte1855 mm
Hoogte1417 mm
Wielbasis2711 mm
Bagageruimte ( min - max )532 liter
Tankinhoud70 liter
Gewicht1604 kg
BrandstofBenzine
Motor3.6 V6
Vermogen bij (pk)300 pk bij 6600 tpm
Max. koppel bij (Nm)350 Nm bij 2400 tpm
Aandrijving4WD permanent
Versnellingen6, dubbele koppeling
0-1005,50 sec
Topsnelheid250 km/u
Verbruik gemiddeld9,20 l/100km
Verbruik test16,30 l/100km
CO2 uitstoot213 gr/km
LabelE
Bijtelling25%
MotorAandrijvingVersnellingenCarrosseriePrijs

1Executive Plus pakket - €2.370,-
2Advance pakket - €1.445,-
35-zitter pakket - €310,-
4Sounsysteem 'Dynaudio' - €1.545,-
Teksten en afbeeldingen : R.C. Koolstra
Website : J.P. Verbeek

Contact : info@rijimpressie.com